Wie geen ruggenprik of andere medicatie wil gebruiken, heeft misschien baat bij natuurlijke pijnbestrijding. Denk aan massages met etherische oliën, ademhalingsoefeningen of een badbevalling. ,,In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, hoef je er niet per se in te bevallen”, nuanceert verloskundige Uwe Porters. ,,Tijdens de weeën kan het al helpen om in warm water te zitten. Je bloedvaten staan dan verder open en je spieren gaan zich meer ontspannen.”
,,Iets relatief nieuws is de Tens, dat staat voor transcutane elektrische neurostimulatie. Hierbij worden plakkers op de onderrug geplaatst en kan de moeder zichzelf stroomstootjes toedienen”, verklaart Porter. ,,Dat is volledig veilig voor de baby én goed voor de moeder. De kleine elektroshocks creëren namelijk een andere soort pijn. We zeggen niet voor niks dat arbeid een mindfuck is: je hoofd probeert je te overtuigen dat je het niet kan, terwijl je lichaam al bezig is. De pijnprikkels van Tens gaan je hersenen dus afleiden van de arbeid. Een tweede voordeel: de elektroshocks leiden tot een extra aanmaak van endorfines, neurotransmitters die pijnstillend werken.”
De meeste moeders nemen Tens zelf mee, maar een aantal ziekenhuizen beschikken er ook over, zegt Uwe. ,,Je kunt het apparaat het best zo vroeg mogelijk gebruiken, idealiter wanneer de weeën regelmatig worden. Zo kan je lichaam al voldoende endorfines aanmaken en profiteer je van een endorfinepiek wanneer de pijn heftiger is.”
Bij een lotusbevalling laten moeders de placenta na de geboorte langer dan gewoonlijk verbonden met het kind. Verloskundige Uwe Porters weet: de navelstreng (iets) later doorknippen heeft ontzettend veel voordelen. ,,De navelstreng moet ‘uitkloppen’, zoals dat in vakjargon heet. Dat betekent: wachten met afklemmen tot de navelstreng volledig wit kleurt. Wait for white, want zolang de navelstreng rood, paars of blauw kleurt zijn er nog essentiële stoffen in aanwezig.”
,,Op die manier zorg je ervoor dat er 30 procent meer bloed dat voor de baby bestemd is, ook daadwerkelijk bij het kind komt. Dat bloed is rijk aan zuurstof, maar bevat ook stamcellen: cellen die nog ‘alles’ kunnen worden. Dat het percentage rode bloedcellen in het lichaam omhooggaat, is daarenboven voordelig voor de vitale organen van het kind. Verlaat klemmen en knippen zorgt vaak ook voor een gewichtstoename tot 200 gram.”
Hoe lang je dan het best kunt wachten? ,,Tot de nageboorte”, vertelt Porter. ,,Het moment waarop de placenta ter wereld komt. Meestal volgt die zo’n vijf minuten na de baby. Je mag aan je zorgverlener vragen om te wachten met afklemmen tot de placenta is geboren.”
Als de ‘wait for white’-regel zoveel voordelen heeft, wat maakt dan dat het nog altijd geen standaardprocedure is? ,,Onze cultuur heeft efficiëntie en snelheid hoog in het vaandel staan. Het is een feit dat de navelstreng laten uitkloppen zoveel voordelen heeft. En er zijn ziekenhuizen die het wél standaard doen.”
Er zijn ook mensen die nog een stapje verder gaan en ervoor kiezen om een paar uur te wachten. Sommige ouders wachten zelfs tot de navelstreng na enkele dagen uit zichzelf loskomt: een volledige lotusbevalling. Het zou de overgang van de baarmoeder naar de echte wereld vloeiender maken.
Wie voor een lotusbevalling kiest, wrijft de placenta gewoonlijk in met zeezout, zodat het orgaan kan indrogen, en wikkelt er dan doeken omheen. Soms worden er ook kruiden gebruikt. Waar de baby gaat, gaat de placenta. ,,Ik sta voor alles open, maar tot nu toe is er weinig tot geen wetenschappelijk onderzoek naar deze volledige lotusbevallingen gedaan”, zegt Uwe Porters. ,,Bovendien bestaat er een risico op infectie.”
Vroedvrouw houdt poll over verstoorde menstruatie na vaccinatie: “Vrouwen maken zich zorgen en hebben recht op eerlijke info”
Een vaccinatie tegen het coronavirus heeft een tijdelijk effect op de menstruatiecyclus, maar zonder gevolgen voor de latere vruchtbaarheid. Dat bevestigen meerdere onderzoeken, en ook de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie sluit zich daarbij aan. Vroedvrouw Uwe Porters (31) uit Essen ondervond een verstoorde menstruatiecyclus na haar eerste en derde prik. “Jammer dat veel artsen de klachten minimaliseren, vrouwen hebben recht op eerlijke informatie.”
Karin Vanheusden
Zaterdag 22 januari 2022 om 05:00
Bij het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) zijn 1.500 meldingen binnengelopen van vrouwen met een verstoorde menstruatiecyclus na hun vaccinatie, in Nederland gaat het om 17.000 meldingen.
“Het leeft heel erg onder vrouwen, dat merk ik aan de reacties op mijn Instagram-account”, zegt vroedvrouw Uwe Porters uit Essen. “Op de poll, die ik over de verstoorde cyclus na vaccinatie heb gepost, hebben 2.500 vrouwen gereageerd. De helft van hen gaf aan een verandering in de cyclus te hebben opgemerkt.”
Hevige bloedingen
Uwe Porters heeft zelf ook effect gevoeld van de vaccinatie. “Ik had na mijn eerste prik niet alleen hoge koorts, hoofdpijn en spierpijn, mijn menstruatie heeft ook veel langer geduurd en ik had hevigere bloedingen. De daaropvolgende cyclus was dan weer korter. En na mijn boosterprik met Pfizer had ik veel meer last van het PMS (premenstrueel syndroom). Ik voelde me opgeblazen en zo verdrietig dat ik me als het ware klaar voelde om de scheiding aan te vragen. Ik heb ook nog een zware aanval van migraine gehad, en dat was jaren geleden. Op mijn posts hierover op Instagram heb ik enorm veel reacties gekregen.”
Het Amerikaanse tijdschrift Obstetrics and Gynecology publiceerde begin deze maand de resultaten van een onderzoek bij 4.000 vrouwen. Een vaccinatie tegen het coronavirus kan wel degelijk leiden tot een verandering in de menstruatiecyclus, maar er is geen reden tot ongerustheid over vruchtbaarheid of fysieke gezondheid. “Het lijkt me normaal dat de menstruatiecyclus variabel is na de vaccinatie, want dat effect is er ook na een griep of een andere infectie”, zegt Uwe Porters. “Zelfs stress en warm weer hebben een invloed. Het is daarom jammer dat artsen de klachten van vrouwen minimaliseren, of de link met het vaccin zelfs ontkennen. En ook al is er geen blijvende impact op de vruchtbaarheid, vrouwen maken zich zorgen en hebben recht op eerlijke en transparante informatie.”
Tijdelijk fenomeen
Volgens Johan Van Wiemeersch van de Vlaamse Vereniging Obstetrie en Gynaecologie moeten gynaecologen dagelijks vrouwen geruststellen over hun verstoorde menstruatiecyclus na een vaccinatie. “We zien heel geregeld stoornissen in de cyclus, zowel onregelmatige bloedingen als het uitblijven van bloedingen. Dit is te verklaren door het effect van het vaccin op de immuunstatus van een vrouw. Hierdoor wordt de hormoonspiegel beïnvloed, wat kan leiden tot stoornissen in de cyclus. Het is niets om ongerust over te zijn, omdat het een tijdelijk fenomeen is en geen invloed heeft op latere vruchtbaarheid. Maar het is wel belangrijk om vrouwen hierover correct te informeren.”
Aan haar eigen bevalling hield vroedvrouw Uwe Porters behalve een gezonde dochter ook een stressstoornis over. Met haar boek ‘Verlos ons’ – een bundeling geboorteverhalen – hoopt ze moeders aan het praten te krijgen.
Door Marijke de Vries
Haar dochter lag nog warm en plakkerig op haar buik, toen de gynaecoloog vroeg of Uwe Porters haar baby goed vast had. “Ze was aan het hechten en zei: ‘Dit gaat pijn doen, ik kan hier niet verdoven’. Ik dacht: ik ben net bevallen, dus zo erg kan het niet zijn.” Toch wel, vertelt ze – inclusief de bloederige details – thuis aan de keukentafel in Essen, terwijl haar zoon (2), dochter (4) en een vriendinnetje tv kijken op de bank. “Mijn clitoris was gescheurd en zij moest hem aan elkaar naaien.”
Zo veel intieme details, moet dat? Ja, zegt vroedvrouw en blogger Uwe Porters (29). Ze legt het heel precies uit. In haar onlangs verschenen boek ‘Verlos ons. Verhalen van een vroedvrouw’, en tijdens het gesprek met de verslaggever. Hoe wat de gynaecoloog discreet ‘de binnenste schaamlip’ noemde, schuin naar boven was doorklieft. “Ik heb gegild, wáánzinnig. For the record: mijn clitoris doet het nog prima.”
In haar boek beschrijft ze niet alleen de geboortes waarvan ze als vroedvrouw getuige was – in Vlaanderen én Nederland –, maar doet ze ook uit de doeken hoe haar eigen kinderen Lexie en Viggo ter wereld kwamen en wat dat lichamelijk én geestelijk met haar deed.
Een ruggenprik, een knip, een baby en hechtingen
De aardverschuiving die het krijgen van kinderen kan betekenen, wordt namelijk veel te weinig besproken, meent Porters. “De meeste vrouwen hier in Vlaanderen gaan maandelijks op controle bij de gynaecoloog. Als het kind zich aandient, rijden ze naar het ziekenhuis waar ze een ruggenprik krijgen, vervolgens een knip, hun baby en hechtingen.”
Pas na de bevalling komt het besef dat het ook anders kan, zegt Porters, die op sociale media een stortvloed aan reacties kreeg. “Veel vrouwen kampen met een bevallingstrauma. Ze schrijven dat ze zich eindelijk begrepen voelen, of dat ze hun negatieve gevoelens rond de bevalling nu pas kunnen plaatsen. Ik krijg reacties van moeders met tieners die zeggen: ‘Dit heb ik gevoeld’. Daarnaast zijn er velen die het, net als ik, moeilijk hebben met de vraag wie ze zelf nog zijn, behalve moeder. Maar we praten er amper over.”
Hoe komt dat?
“In Vlaanderen bereiden we ons veel minder dan in Nederland voor op wat komen gaat. Wij lijken op de een of andere manier niet te beseffen dat er een kind komt. Veel vrouwen werken door tot een week voor de uitgerekende datum en gaan naar het ziekenhuis voor de bevalling alsof ze even een griepvaccin gaan halen. Je kunt niemand voorbereiden op wat het ouderschap precies betekent – die gevoelens, verwarring, vragen over je eigen ouders, dat sijpelt allemaal geleidelijk binnen. Maar je kunt wel zorgen dat mensen geïnformeerd zijn, in plaats van dat ze denken: ik krijg wel een ruggenprik en ze zullen in het ziekenhuis wel weten wat ze doen.
“Er heerst hier nog een groot taboe rond het nemen van de regie bij je eigen bevalling. Ik was aan het signeren op de Boekenbeurs en daar vroegen zwangere vrouwen me: ‘Moet ik je boek wel lezen, want ik ben zo bang…’ Ik zei: ‘Ik ga je niet bang maken. Laat je alsjeblieft informeren’.”
Tijdens je studie liep je stage in Amsterdam. In hoeverre heeft dat jouw blik bepaald?
“Dat was een serieuze cultuurshock. In Amsterdam zag ik dat het ook anders kon: thuis bevallen, zonder geduw en geknip en gesleur. Een aantal geboorteverhalen in het boek stamt uit die tijd. Ik leerde dat zwangerschap geen ziektebeeld is, waarbij per se een dokter moet worden geroepen. Dat was een openbaring.”
Je liep stage bij de bekende verloskundige Beatrijs Smulders. Kende je haar reputatie?
“Ja. Zij is een fenomeen. Als student had ik al haar boeken in de kast staan. Ik weet dat ze critici heeft. Soms vond ik haar aanpak wat te alternatief en hip – de vagina visualiseren als een bloem die opengaat, uh nee. Maar ik heb enorm veel van haar geleerd. Dat je als vrouw moet opkomen voor jezelf, voor je lichaam en je baby.
Na de bevalling van mijn zoon Viggo bleef ik pijn houden bij het vrijen. Uiteindelijk is er twee keer operatief weefsel weggehaald voor het weer goed was. Ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben die daar last van heeft, want er wordt in Vlaanderen vaak een knip gezet – in 35 procent van de gevallen, in Nederland 24 procent – en dat herstelt nog veel moeilijker dan een scheurtje, zoals ik had. Daarover krijg ik behoorlijk wat berichten van lezers. Dus – en dat geldt ook voor Nederlandse vrouwen – als het niet oké voelt, laat er naar kijken!
“Qua mondigheid kunnen we echt iets van Nederlanders leren. Die kunnen voor zichzelf opkomen. Als je daar als kraamhulp vraagt of je nog iets voor ze kunt doen, is er altijd nog wel iets: thee zetten, een was in de machine gooien. In Vlaanderen nooit. Ik werkte als vroedvrouw bij het consultatiebureau en deed veel huisbezoeken bij pas bevallen moeders. Ik heb nog nóóit iets hoeven doen.”
Een hippie met de geit in je achtertuin
Als Porters, onder de indruk van de sfeer tijdens de Nederlandse thuisbevallingen, er tijdens haar eerste zwangerschap over denkt om thuis te bevallen, stuit ze vooral op onbegrip. Waar het aandeel thuisbevallingen in Nederland weliswaar gestaag afneemt (in 2017 beviel één op de acht vrouwen thuis, tien jaar eerder nog ruim één op de vijf), zijn ze in België bijna onbestaand. Minder dan één procent van de zwangeren kiest ervoor. “Als je in zo’n omgeving zegt dat je je laat begeleiden door een vroedvrouw en indien mogelijk thuis wilt bevallen, denken ze meteen dat je een hippie bent die melk drinkt van de geit in je achtertuin. Mijn grootmoeder zei: ‘Een vroedvrouw is geen dokter, hè’. Dat zit heel diep. Mijn generatie kijkt al iets minder neer op vroedvrouwen, al nemen mijn vriendinnen van vroeger mij als vroedvrouw ook niet echt serieus.
“Ik wil niemand de les spellen, maar door al die verschillende geboorteverhalen in mijn boek laten zien dat er bij een gezonde zwangerschap meer opties zijn dan een ruggeprik en een knip. Dat een geboorte ook in een warme, zachte omgeving kan plaatsvinden. Ik heb niets tegen gynaecologen – de mijne is fantastisch, en toen er complicaties waren bij mijn bevallingen heeft ze heel goed gereageerd. Maar een zwangerschap en bevalling zonder problemen hoeven niet door een dokter te worden begeleid. Mijn pleidooi is vooral dat vrouwen een geïnformeerde keuze moeten maken.”
Geloofwaardig sausje
In haar boek beschrijft Porters onder andere ziekenhuisbevallingen van Joodse vrouwen in Antwerpen en thuisgeboortes in Amsterdam. Ze schrijft over een moeder met smetvrees die daags na de bevalling alweer staat te dweilen; over een vader die vraagt of de gynaecoloog niet wat strakker kan hechten. Hoe ze de eerste jaren als vroedvrouw soms liegt dat ze zelf al kinderen heeft, in een poging haar professionele adviezen als jonge vroedvrouw een geloofwaardig sausje te geven voor een argwanende kraamvrouw. Over een Nederlands stel dat de geboortekaartjes, dekentjes en snoepjes al bedrukt heeft met de naam van hun toekomstige zoon Lewis, maar na de geboorte besluit dat de jongen ‘een Jack is’.
Maar een groot deel van het boek gaat ook over haar eigen worsteling met bevallen en het moederschap. Want hoewel Porters als vroedvrouw wél uitgebreid afwoog waar ze wil bevallen en met wie – ‘Poliklinisch met mijn vroedvrouw’ – valt het haar flink tegen.
In eerste instantie lichamelijk: door haar knobbelvormige staartbeen moeten er toch een arts en een zuignap aan te pas komen om haar dochter geboren te laten worden. Maar vooral mentaal heeft ze het zwaar. Porters voelt zich ‘super eenzaam’ die eerste maanden. Wanneer ze weer moet gaan werken, telt ze de uren af tot ze weer bij haar dochter kan zijn. “In mijn omgeving was er weinig begrip dat ik Lexie niet kon loslaten. Collega’s snapten niet dat ik niet blij was om weer iets voor mezelf te doen. Toen Lexie een paar weken was, werd er voor een vriendin een vrijgezellenfeestje georganiseerd. Ik stelde voor om alleen naar het etentje te komen, met mijn dochter in de draagzak. Dan kon ik er toch even bij zijn, maar dat mocht niet. Het spreekwoord zegt: ‘It takes a village to raise a child’. Ik heb mij vaak afgevraagd waar dat dorp was.”
Ze krijgt last van paniekaanvallen, is doodongelukkig. Het is haar man die uiteindelijk op de rem trapt en haar naar een therapeut stuurt. Een posttraumatische stressstoornis door de moeilijke bevalling gecombineerd met een hechtingsstoornis opgelopen in haar eigen jeugd, concludeert die.
Je besprak je moeilijkheden niet met vriendinnen. Is dat een kwestie van cultuur?
“Ik denk het wel. Ik was de eerste van mijn vriendinnen die kinderen kreeg, dat speelt ook mee. Pas nu zij zelf kinderen krijgen, is er wat meer begrip. Al zijn er nog veel taboes. Ze hebben mijn boek gelezen, maar ze gaan er niet dieper op in. Ze zeggen: ‘Goed gedaan’. Maar niet: ik wist niet dat je het zo moeilijk had. Dat is zo typisch. Schone schijn is alles in Vlaanderen. Ik vroeg aan mijn therapeut: ‘Ik ben toch niet de enige die het moeilijk heeft?’ Zij zei: ‘Iedere moeder krijgt een reality-check in een bepaalde vorm. Wie zegt van niet, die liegt. Maar niemand zegt het en dan krijgen ze later en masse een burn-out’.”
Jij kiest voor het andere uiterste in je boek. Je schrijft dat je man zich heeft laten steriliseren, omdat jullie gezin compleet is met twee kinderen. In een van je blogs – later opgenomen in je boek – schrijf je aan je man dat je niet meer dezelfde vrouw bent als toen jullie trouwden. Dat je bang bent hem kwijt te raken, omdat je niet precies meer weet wie je zelf bent, naast moeder. Wat vindt hij daarvan?
“Tom was degene die vond dat ik dit boek moest schrijven. Wel vindt hij mij te hard voor mezelf en hij vindt ook dat ik mijn twijfels onterecht projecteer op onze relatie. Ik vond en vind het heel moeilijk om mezelf nog te zien als vrouw. Ik vond mezelf niet meer aantrekkelijk, voelde me verloren, herkende mezelf niet. Opnieuw vrouw worden, dat blijft een uitdaging.
“Niet alleen voor mij. De meeste lezers reageren op die passage. Je verandert, als je een kind krijgt. Maar het is moeilijk daarvoor erkenning te krijgen. De maatschappij stelt als norm dat je moet blijven presteren. Als je een tijd bewust halftijds wilt werken, merk je dat je niet meer meetelt. Zeker hier in België is voltijds werken de norm. In onze samenleving word je beloond, als je meegaat naar het café. Het wordt als compliment gezien als het ouderschap je amper heeft veranderd, terwijl het ouderschap een aardverschuiving teweeg kan brengen. Ik hoop dat mijn boek op dat vlak wat verlossing kan schenken.”
Jij vond je opvoeddorp uiteindelijk online.
“Ja. Ik ben gaan bloggen, omdat ik me vaak niet begrepen voelde. Daar schreef ik dat van me af en ik kreeg veel reacties. Op die manier heb ik een groep moeders gevonden die op eenzelfde manier denken over moederschap en opvoeden.”
Uwe Porters - © 2022
Algemene voorwaarden - Retourbeleid